Dankwoord
Mijn eerste lezer is altijd mijn vader, John Pekkanen, en hij is de beste redacteur en schrijver die ik ken. Pap, ik heb een voorstel. Ik zal de verbazing in je stem vergeten toen je zei: ‘Hé, misschien kan je dit wel echt laten publiceren!’ Dan vergeet jij dat incidentje met mij en die nachtelijke inbraak in het zwembad. Afgesproken?
Lynn Pekkanen, mijn moeder, is zelf ook een fijne redactrice – en de meest stimulerende die ik me maar kan wensen. Bedankt dat je in me gelooft, mam. En dank aan mijn broers Robert en Ben, ook voortreffelijke schrijvers, die me onderweg aanmoedigden en treiterden.
Ik ben gezegend met drie schoonzussen die vroege hoofdstukken hebben gelezen en me goede kritiek gaven: Saadia Pekkanen, Tammi Lee Hogan en Carolyn Reynolds Mandell. En andere lezers verbeterden dit boek op talloze manieren: Rachel Baker, Anita Cheng, Lindsay Maines, Janet Mednick en Hildie Blocks klasje bij het Writer’s Center, vooral Rick. En mijn dankbaarheid gaat uit naar Susan Coll, voor inspiratie en advies over sushi.
Chandra Greer leerde me grootmoedig over de reclamewereld en Mike Langley en Karl Wenzel hielpen ook de hiaten te vullen. Het boek Adventures of an Advertising Woman van Jane Maas was zowel een onstuimig goede leeservaring als een waardevolle achtergrond. Ik hoop dat ik bij het creëren van Lindseys fictieve reclamebureau de feiten niet te ver heb opgerekt – maar als dat wel zo is, geef dan vooral Mike de schuld.
Ik ben zo geraakt door het warme welkom dat ik kreeg van boekbloggers die Was mijn zus maar niet zo mooi en ik wat minder slim zo grootmoedig op hun websites hebben genoemd en mij gastblogs hebben laten plaatsen. Allemaal bedankt dat jullie opkomen voor boeken en voor de bemoediging, niet alleen aan mij maar ook aan veel andere auteurs.
Mijn agent, Victoria Sanders. Slimmer en aardiger vind je ze niet en haar toewijding is ongeëvenaard. Hier het bewijs: ze mailde me zelfs een keer vanuit de tandartsstoel. Victoria, ik hoop dat ik het genoegen zal hebben om nog vele, vele jaren met je te werken. Victoria’s hoofdredacteur, Benee Knauer, heeft zich over dit manuscript gebogen en vanaf pagina één geholpen het vorm te geven. Benee, duizendmaal dank. Ik ben Chris Kepner van Victoria’s kantoor ook erkentelijk.
Chandler Crawford heeft geholpen dit boek over de wereld te laten reizen – mijn innige dankbaarheid aan haar en aan mijn uitgevers in het buitenland.
Toen de tijd kwam dat mijn agent een uitgever voor dit boek zocht, stond de naam van één uitgever boven aan mijn droomlijstje. Greer Hendricks, jij bent mijn literaire Harvard! Ik kende je reputatie de beste in het vak te zijn. Wat ik niet wist is hoe aardig en warm je bent, en hoe goed in het verzinnen van boektitels. Ook dank aan Greers assistente, Sarah Walsh, voor haar hulp op talloze manieren tijdens dit proces, en aan het hele team bij Atria, inclusief Judith Curr, Kathleen Schmidt, Jessica Purcell, Carole Schwindeller, Sarah Cantin, Anna Dorfman en het geweldige verkoopteam. Ik kan me geen beter thuis indenken voor een auteur. En ik ben Jennifer Weiner uiterst erkentelijk voor haar steun en suggesties.
Ik heb het geluk gehad om over schrijven te leren van een aantal geweldige kranten- en tijdschriftredacteurs, beginnend met Jack Limpert van The Washingtonian, die me mijn eerste baantje in het vak gaf, waarschijnlijk tegen beter weten in. Dank aan Leland Schwartz omdat hij me inhuurde voor de goeie, ouwe States News Service en David Grann, Marty Tolchin en Al Eisele van The Hill. Mijn dankbaarheid gaat ook uit naar Jeff Stinson en Judy Austin bij Gannett. De dag dat John Carroll me een baan bij The Baltimore Sun gaf zal altijd in mijn geheugen staan gegrift. Bedankt John, voor jouw strijd voor het verhalen vertellen en dat ik met Jan Winburn mocht werken, die me liet zien hoe het moet. Steve Hull van Bethesda Magazine is het soort redacteur dat elke schrijver zou moeten hebben – stimulerend, enthousiast en briljant. Ten slotte dank aan mijn vriend Bill Marimow, die nu aan het roer staat bij The Philadelphia Inquirer. Bill is zo’n zeldzaam individu die het gelukkigst is als hij anderen helpt te slagen. Bedankt voor alles, Bill. Ons volgende rondje bier is voor mij.
Een extra koekje voor Bella voor het warm houden van mijn voeten tijdens het schrijven.
En dank aan mijn man, Glenn Reynolds en onze zoons, Jack, Will en Dylan. Jullie maken me iedere dag ontzettend gelukkig.